Woordenschat 27/1 niveau 2.3
|
Afbeelding 1 |
- touwtje springen / springtouwen (afbeelding 1)
- rechten (waar je recht op hebt, wat je MAG)
- plichten (wat je MOET doen)
- rechtvaardig = correct, eerlijk, juist...
- onrecht = geen rekening houden met de rechten, niet correct...
- vijand <--> vriend
- grijpen = vastnemen, pakken
- provoceren (inf.) -> de provocatie (subst.) = uitdagen, een reactie uitlokken... ACTIE -> REACTIE
- trots = fier vb. 'Zo fier als een pauw' (uitdrukking)
- Interpreteren (inf.) - (de) interpretatie (subst.) -> opvatting, hoe jij iets opvat/begrijpt vb. Je vindt dat iemand heel boos kijkt en iemand anders vindt dat niet waar. Maar je kijkt wel naar dezelfde persoon. = eigen uitleg
vb.2 Interpretatie van de Bijbel, de Koran...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten