Je kunt het wel al eens lezen.
Wél belangrijk: perfectum kunnen toepassen!
PERFECTUM (O.V.T.)
|
IMPERFECTUM (V.T.T.)
|
vb.
Opa heeft gisteren naar zijn werk gefietst, anders gaat hij
altijd met de auto.
|
vb. Opa fietste vroeger elke dag naar zijn werk.
|
1 keer, kortere duur
|
een gewoonte, van
langere duur
|
Voor de experts:
·
Het perfectum duidt een incidenteel gebeuren aan; het imperfectum een werking van onbeperkte duur, een gewoonte, enz. Vergelijk:
'Vorig jaar heeft opa nog gefietst' (bijvoorbeeld op een bepaalde zondag) en
'Vorig jaar fietste opa nog' (= was hij nog in staat om te fietsen).
·
Het perfectum plaatst de werking in (een periode in) het verleden,
zonder die duidelijk aan
een moment te koppelen; het imperfectum doet dat laatste wel. Vergelijk: 'Al zijn broers hebben
de waterpokken gehad' (ooit, in het verleden) en 'Al zijn broers hadden de waterpokken' (bijvoorbeeld in het
najaar van 2003).
·
Het perfectum geeft aan dat het resultaat van de werking voortduurt tot het
spreekmoment en/of dat de situatie op het spreekmoment van belang is;
het imperfectum geeft
dit niet aan. Vergelijk: 'Het heeft vannacht geregend; de straat is nat' en
'Het regende vannacht; de straat is nat' (dit laatste is niet logisch).
·
Het perfectum vermeldt feiten, het imperfectum geeft een (verhalende) beschrijving. Bijvoorbeeld: 'Gisteravond
ben ik naar de bioscoop geweest. Er waren niet veel mensen. Het was erg warm in
de zaal. Ik heb twee ijsjes gegeten.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten