Thema 2: In goede en kwade dagen!
Woordenschatlijst
het huwelijk
de huwelijksdag
het bruidspaar
de voorbereiding
de inzegening (inzegenen)
het wettelijk huwelijk
het kerkelijk huwelijk
de huwelijksceremonie
de hennaceremonie
de huwelijksakte
het huwelijksfeest
de receptie
het avondfeest
de feestzaal
de gasten
de bruid
de bruidegom
|
= de bruiloft
= de trouwdag, de dag waarop een koppel trouwt
= de bruid + de bruidegom
- vb. alle tafels, bloemen, … klaarzetten VOOR het feest
van start gaat
= een zegen uitspreken over vb. het huwelijk
= je trouwt voor de wet in het stadhuis van de
gemeente/stad waar je woont
= je trouwt in de kerk, dit mag enkel als je voor de wet
bent getrouwd
= huwelijksplechtigheid, een officiële bijeenkomst
vanwege het huwelijk
= een traditie waarbij de bruid en/of bruidegom zich
laten beschilderen met henna
= een officieel document waarop alle gegevens staan van
het bruidspaar
= een feest om het huwelijk van het bruidspaar te vieren
= een bijeenkomst waarop iemand andere mensen ontvangt,
vb. om een glas te drinken op het bruidspaar.
= het huwelijk wordt ’s avonds gevierd tot in de vroege
uurtjes
= de zaal waar het huwelijk doorgaat
= de mensen die je uitnodigt op het feest
= de vrouw die trouwt
= de man die trouwt
|
BBB – Moeders en dochters samen voor het
altaar
Meer en meer Belgen trouwen in het
buitenland
een
speciale dag
het jawoord
de documenten
ze schakelen een specialist in
huwelijksreis
paradijslijk mooi
paradijs
|
een dag om niet meer te vergeten
het bruidspaar zegt ‘ja’ tegen het huwelijk, ze gaan
akkoord om te trouwen
= officiële papieren
ze vragen de mening van iemand die deskundig is, iemand
die weet waarover hij praat
de reis die het bruidspaar maakt na het huwelijk
heel mooi, zo mooi als een paradijs
een plaats waar het heerlijk is om te zijn
|
Uitdrukking
- Als teken van
liefde en trouw = vb. het bruidspaar geeft een ring aan elkaar en belooft op
die manier om
trouw te zijn aan elkaar en elkaar lief te hebben
- Tot in de vroege
uurtjes = vieren tot midden in de nacht (vb 3 uur ‘s nachts)
- In het
huwelijksbootje stappen = trouwen
- In goede en kwade
dagen
Eerst, dan, daarna, …
Voor, tijdens, na de, na het …
De eerste, tweede, derde dag …
’s Morgens, ’s Middags, …
Woordgroep met verbum
De mannen beginnen te
eten Beginnen
te + infinitief
De jonge man begint te
zingen
Verbum
Infinitief
|
presens
|
imperfectum
|
perfectum
|
gooien
|
ik gooi
|
gooide(n)
|
(hebben) gegooid
|
ontmoeten
|
ik ontmoet
|
ontmoette(n)
|
(hebben) ontmoet
|
duren
|
de ceremonie duurt
|
duurde(n)
|
(hebben) geduurd
|
beginnen
|
de ceremonie begint
|
begon(nen)
|
(zijn) begonnen
|
ondertekenen
|
ik onderteken
|
ondertekende(n)
|
(hebben) ondertekend
|
wachten (op)
|
ik wacht (op)
|
wachtte(n) (op)
|
(hebben) gewacht (op)
|
inzegenen
|
ik zegen in
|
zegende(n) in
|
(hebben) ingezegend
|
klaarmaken
|
ik maak … klaar
|
maakte(n) klaar
|
(hebben) klaargemaakt
|
zich klaarmaken
|
ik maak me klaar
|
maakte(n) zich klaar
|
(hebben) zich klaargemaakt
|
Grammatica
om te + infinitief
Ze gingen naar de feestzaal om te eten met de naaste familie
Complexe zinnen
Omdat/als/toen/dat/of
+ subject + …. + persoonsvorm (verbum 1)
De mensen / gooiden
/met rijst, / toen / Greet en
Joris /uit de kerk /kwamen.
Subject /
verbum /informatie / toen / subject / informatie /verbum
Toen /Greet en Joris/ uit de kerk / kwamen,/ gooiden/ de
mensen/ met rijst.
Toen/ subject /informatie /verbum
/ verbum/ subject / informatie
Er als voorlopig subject
Wat gebeurde er
na het eten?