Beste cursisten
Vandaag krijgen jullie de kans om zelfstandig oefeningen te maken. Je kunt kiezen waaraan je wilt werken.
- Op deze blog vind je verschillende websites. Je kunt ook de woordenschat instuderen.
- Op NeAnderTaal http://www.ict.teno.be/haasrode/neandertaal/ vind je ook veel goeie oefeningen.
Veel succes!
Deze blog is bedoeld om de cursisten na de lesuren te helpen met hun Nederlands. Op deze manier zijn ze ook ná de contactmomenten bezig met de taal en kan ik hen extra tips en ondersteuning aanbieden.
woensdag 3 december 2014
Donderdag 4 december: online oefeningen maken
vrijdag 21 november 2014
NT2 niveau 1.2 (20/11)
Foto 1 |
- raar = vreemd, bizar, anders, speciaal
- de brievenbus = opening in de deur of busje aan de straat voor post die je krijgt (zie foto 1)
- de postbode (zie foto 2)
Foto 2 |
- de begrafenis = in de aarde stoppen van iemand die dood is, dienst in de kerk van een overledene
- de kerk
- de krans (zie foto 3)
- het funerarium = het rouwcentrum = het mortuarium
- "Mijn deelneming", "Innige deelneming", "Veel sterkte"... als iemand gestorven is
- de instructie(s) = richtlijnen, HOE moet je iets DOEN, opdracht, order...
- vullen = vol maken, er iets in doen
- bijvullen = nog een keer vullen
Foto 3 |
donderdag 20 november 2014
Start cursus Nederlands niveau 3 en niveau 5
Nederlands NT2 in Ieper!
Richtgraad 2.1 (niveau 3) of 2.3 (niveau 5)
Praktijkgericht Nederlands
(spreken, luisteren, begrijpen, schrijven)
Start: 27 januari
2015
Inschrijven: elke werkdag van 8u15 tot 17u (vrijdagnamiddag niet)
Kostprijs: gratis
Wilt u één van onze cursussen Nederlands NT2 volgen of wenst u meer
informatie?
Contacteer ons!
Contacteer ons!
Het Perron (naast het station) - Argos
vzw
Fochlaan 1/2a - 8900 Ieper
Tel: 057 23 93 44 (Laura
Denuwelaere)
laura.denuwelaere@ieper.be
www.argosvzw.bedonderdag 6 november 2014
Woordenschat NT2 (6/11)
- onder andere = o.a. vb. "Er is van alles te eten, o.a. kroketten en fruit."
- bijstaan = helpen
- bevorderen = proberen te zorgen dat iets beter wordt= vooruithelpen = beter laten verlopen
- opnieuw = nog een keer
- van kracht zijn = ingezet zijn, van toepassing zijn, beginnen, in werking treden
- voorwaarde = eis, conditie
vb. "Als je braaf bent, mag je een snoepje."
= "Je mag op snoepje, op voorwaarde dat je braaf bent."
- herhalen = repeteren
= nog eens doen/zeggen = nazeggen
- begrijpen = kunnen volgen (met je verstand)
- papegaai (zie foto)
- bereid zijn = willen vb. "Ik ben bereid om Nederlands te leren.= "Ik wil Nederlands leren."
- het gemiddelde
vb. Een school telt 147 leerlingen, verdeeld over 7 klassen.
Er zitten gemiddeld 21 leerlingen in een klas. (147 : 7 = 21)
donderdag 30 oktober 2014
Sector II (extra woordenschat)
- behalve = uitgezonderd (vb. Ik eet alle groentjes graag, behalve knolselder.)
- EHBO = Eerste Hulp Bij Ongevallen
- het (druk)verband
- de pictogram
- de signalisatie = wegmarkering, bewegwijzering (= alles van pictogrammen en tekens in het verkeer, op het werk...)
- de grafiek
- de tabel: rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal)
- het geheugen = waar je informatie opslaat
- het (bepaald) lidwoord (de/het)
- antoniemen = tegenstellingen
- synoniemen = woorden met +- dezelfde betekenis
- net(jes) = ordelijk
- nasaal spreken = door je neus spreken (vb. als je verkouden bent)
- beleefd = vriendelijk
- het museum - de musea
- geraken / raken = komen, worden; in een zekere toestand komen vb. zwanger geraken, thuis geraken...
- arbeider : voornamelijk handwerk
- bediende: voornamelijk denkwerk
- het ziekenfonds = de ziekenbond
- arbeidsongeschikt zijn = niet kunnen werken vb. omdat je been gebroken is
- de arbeidshervatting = opnieuw kunnen werken
- rechten = je mag vb. het recht op vrije meningsuiting
- plichten = je moet
- de troetelnaam / de koosnaam = lief woordje voor je vriend/vriendin
- de bijnaam = niet-officiële naam vb. Johanna --> Nana
- verwittigen = waarschuwen = informeren = op de hoogte brengen = inlichten
- het middelbaar onderwijs = het secundair onderwijs (leerlingen van 12 tot 18 jaar)
- de mening = de opinie = de visie = subjectief, persoonlijk (mijn mening) vb. Ik vind de cursus Sector II interessant.
maandag 27 oktober 2014
Beeldspraak
letterlijk taalgebruik <----> figuurlijk taalgebruik
(= zoals je het zegt) (= je bedoelt iets anders, je gebruikt een beeld)
vb. het spreekwoord 'het hart op de tong hebben'
- Letterlijk:
- Figuurlijk:
= direct zeggen wat je denkt
dinsdag 14 oktober 2014
Woordenschat niveau 2.2 (thema 2)
Thema 2: In goede en kwade dagen!
Woordenschatlijst
het huwelijk
de huwelijksdag
het bruidspaar
de voorbereiding
de inzegening (inzegenen)
het wettelijk huwelijk
het kerkelijk huwelijk
de huwelijksceremonie
de hennaceremonie
de huwelijksakte
het huwelijksfeest
de receptie
het avondfeest
de feestzaal
de gasten
de bruid
de bruidegom
|
= de bruiloft
= de trouwdag, de dag waarop een koppel trouwt
= de bruid + de bruidegom
- vb. alle tafels, bloemen, … klaarzetten VOOR het feest
van start gaat
= een zegen uitspreken over vb. het huwelijk
= je trouwt voor de wet in het stadhuis van de
gemeente/stad waar je woont
= je trouwt in de kerk, dit mag enkel als je voor de wet
bent getrouwd
= huwelijksplechtigheid, een officiële bijeenkomst
vanwege het huwelijk
= een traditie waarbij de bruid en/of bruidegom zich
laten beschilderen met henna
= een officieel document waarop alle gegevens staan van
het bruidspaar
= een feest om het huwelijk van het bruidspaar te vieren
= een bijeenkomst waarop iemand andere mensen ontvangt,
vb. om een glas te drinken op het bruidspaar.
= het huwelijk wordt ’s avonds gevierd tot in de vroege
uurtjes
= de zaal waar het huwelijk doorgaat
= de mensen die je uitnodigt op het feest
= de vrouw die trouwt
= de man die trouwt
|
BBB – Moeders en dochters samen voor het
altaar
Meer en meer Belgen trouwen in het
buitenland
een
speciale dag
het jawoord
de documenten
ze schakelen een specialist in
huwelijksreis
paradijslijk mooi
paradijs
|
een dag om niet meer te vergeten
het bruidspaar zegt ‘ja’ tegen het huwelijk, ze gaan
akkoord om te trouwen
= officiële papieren
ze vragen de mening van iemand die deskundig is, iemand
die weet waarover hij praat
de reis die het bruidspaar maakt na het huwelijk
heel mooi, zo mooi als een paradijs
een plaats waar het heerlijk is om te zijn
|
Uitdrukking
- Als teken van
liefde en trouw = vb. het bruidspaar geeft een ring aan elkaar en belooft op
die manier om
trouw te zijn aan elkaar en elkaar lief te hebben
- Tot in de vroege
uurtjes = vieren tot midden in de nacht (vb 3 uur ‘s nachts)
- In het
huwelijksbootje stappen = trouwen
- In goede en kwade
dagen
het huwelijk |
de (trouw)ringen |
het bruidsboeket |
het feest |
de huwelijkstaart |
het hapje |
de receptie |
het snoepje |
het geschenk = het cadeau |
de (huwelijks)tent |
de bruidsjurk |
Tijdsaanduiding: Wanneer?
Eerst, dan, daarna, …
Voor, tijdens, na de, na het …
De eerste, tweede, derde dag …
’s Morgens, ’s Middags, …
( zie ook blogpagina http://anderstaligen.blogspot.be/2014/09/signaalwoorden.html )
Woordgroep met verbum
De mannen beginnen te
eten Beginnen
te + infinitief
De jonge man begint te
zingen
Verbum
Infinitief
|
presens
|
imperfectum
|
perfectum
|
gooien
|
ik gooi
|
gooide(n)
|
(hebben) gegooid
|
ontmoeten
|
ik ontmoet
|
ontmoette(n)
|
(hebben) ontmoet
|
duren
|
de ceremonie duurt
|
duurde(n)
|
(hebben) geduurd
|
beginnen
|
de ceremonie begint
|
begon(nen)
|
(zijn) begonnen
|
ondertekenen
|
ik onderteken
|
ondertekende(n)
|
(hebben) ondertekend
|
wachten (op)
|
ik wacht (op)
|
wachtte(n) (op)
|
(hebben) gewacht (op)
|
inzegenen
|
ik zegen in
|
zegende(n) in
|
(hebben) ingezegend
|
klaarmaken
|
ik maak … klaar
|
maakte(n) klaar
|
(hebben) klaargemaakt
|
zich klaarmaken
|
ik maak me klaar
|
maakte(n) zich klaar
|
(hebben) zich klaargemaakt
|
Grammatica
om te + infinitief
Ze gingen naar de feestzaal om te eten met de naaste familie
Complexe zinnen
Omdat/als/toen/dat/of
+ subject + …. + persoonsvorm (verbum 1)
De mensen / gooiden
/met rijst, / toen / Greet en
Joris /uit de kerk /kwamen.
Subject /
verbum /informatie / toen / subject / informatie /verbum
Toen /Greet en Joris/ uit de kerk / kwamen,/ gooiden/ de
mensen/ met rijst.
Toen/ subject /informatie /verbum
/ verbum/ subject / informatie
Er als voorlopig subject
Wat gebeurde er
na het eten?
Woordenschat niveau 2.2 (thema 1)
Thema 1: In de zevende hemel
Woordenschatlijst
de
komst
de
reden(en)
de
huwelijksdag(en)
de
aankoop (aankopen)
de
kus(sen)
de
tabel(len)
de
enquête(s)
de
job(s)
de
conclusie(s)
de
geboorte(n/s)
het
leven
het
moment(en)
het
huwelijk(en)
het
argument(en)
het
diploma(‘s)
verhuizen
behalen
blijven
het
is me gelijk
|
=
aankomst, intrede vb. de baby is op komst
=
de oorzaak; waarom je iets doet
= de
dag waarop een koppel trouwt
= wat je kocht in de winkel vb. nieuwe schoenen
=
een zoen
= een lijst waarin gegevens op een overzichtelijke
manier gerangschikt zijn
= een
vragenlijst die een bepaald aantal mensen moeten invullen
=
beroep , het beroep dat je uitoefent vb. agent, arbeider, …
=
samenvatting = besluit ; wat je eruit opmaakt
- na
de zwangerschap wordt een kind geboren
= de
periode tussen je geboorte en dood
=
ogenblik; een stukje tijd
=
trouwen; een man en een vrouw trouwen met elkaar
=
een goede reden
= een
officieel papier waarop staat dat je een opleiding gevolgd hebt
= je
gaat op een andere plaats (land/stad) wonen
= verkrijgen, je moet een inspanning doen
= niet
weggaan van een bepaalde plaats
= het
is me om het even, mij maakt het niet uit. (= onverschillig)
|
BBB – Hoe gelukkig zijn de Belgen?
algemeen
gemiddelde
de doorsnee Belg
leeftijdsgroepen
leeftijdsgenoten
rechtlijnig
een factor
onderwijsniveau
maatschappelijke ladder controle
een
LAT-relatie
gescheiden mensen
|
- er
wordt een berekening gemaakt van alle elementen (wiskundig)
- de
gemiddelde Belg
- de
groep wordt ingedeeld naargelang de leeftijd van de mensen
- mensen
van dezelfde leeftijd vb. 50 plussers
- rechtlijnig
van denken en gedrag, volgens vaste uitgangspunten
- een
onderdeel/element die bepalend is
- de
graad/niveau van het onderwijs. Vb. niveau 1 NL, niveau 2 NL. de
- een
rangorde van mensen in de samenleving van hoog naar laag
- bewaking,
kijken of alles goed gaat
- Living
Apart Together : mensen kiezen om een relatie te hebben, maar
niet om samen te wonen met elkaar
- mensen
die getrouwd waren gaan uit elkaar, ze verbreken het huwelijkscontract
|
BBB- Zet je roze bril op
het
leven door een roze bril zien
succesvol
oogcontact
goed
humeur
|
Je
vindt het leven heel mooi, je staat positief in het leven
met
veel succes, een goed resultaat
contact
maken met iemand via je ogen
vrolijk,
je voelt je blij/opgewekt
|
Antoniemen
positief –
negatief
een optimist -
pessimist
Grammatica
Vergelijken
vinden + even belangrijk als
vinden + belangrijker dan
vinden + het belangrijkst
vinden + het minst belangrijk
Wens uitdrukken
Ik wil …. + infinitief
Ik zou graag … +
infinitief
Ik zou …. willen + infinitief
zondag 12 oktober 2014
Gedicht
'Over dit gedicht is gedacht' van Joke van Leeuwen gaat over de moeilijkheid van de werkwoorden in het Nederlands...
Over dit gedicht is gedacht
Lopen
wordt liep,
maar hopen niet hiep. |
Schelden
wordt schold,
maar melden niet mold. |
Laten
wordt liet,
maar praten niet priet. |
Stinken
wordt stonk,
maar hinken niet honk. |
Komen
wordt kwam,
maar dromen niet dram. |
Geven wordt
gaf,
maar beven niet baf. |
Vragen
wordt vroeg,
maar zagen niet zoeg, |
Treffen
wordt trof,
maar keffen niet kof. |
Vliegen
wordt vloog,
maar wiegen niet woog. |
Zwellen
wordt zwol,
maar bellen niet bol. |
Bieden
wordt bood,
maar spieden niet spood. |
Mogen
wordt mocht,
maar drogen niet drocht. |
Vriezen
wordt vroor,
maar niezen niet noor. |
Blazen
wordt blies,
maar razen niet ries. |
Lijken
wordt leek,
maar prijken niet preek. |
Graven
wordt groef,
maar draven niet droef. |
Krijgen
wordt kreeg,
maar hijgen niet heeg. |
Winnen
wordt won,
maar pinnen niet pon. |
Zenden
wordt zond,
maar wenden niet wond. |
Stelen
wordt stal,
maar delen niet dal. |
Brengen
wordt bracht,
maar mengen niet macht. |
Vallen
wordt viel,
maar ballen niet biel. |
Sterven
wordt stierf,
maar verven niet vierf. |
Weten
wordt wist,
maar meten niet mist. |
Zitten
wordt zat,
maar spitten niet spat. |
Zullen
wordt zou,
maar vullen niet vou. |
Schenken
wordt schonk,
maar denken niet donk. |
Zwemmen
wordt zwom,
maar klemmen niet klom. |
Ja. Maar
waarom?
Joke van Leeuwen, Verwarrende werkwoorden
|
donderdag 9 oktober 2014
Woordenschat 1.2 (9/10)
de ooievaar |
- regelmatig = vaak, geregeld, op een vast tijdstip
vb. wekelijks, maandelijks... - het duister = donker
- verlangen = niet kunnen wachten, graag willen dat het bijna ... is
vb. verjaardag, vakantie... - grijpen = pakken
- meegaan
vb. De mama's gaan op 1 september mee met hun kindjes naar school. - de 5 zintuigen: horen, zien, proeven, ruiken, voelen
- de ooievaar (zie foto)
- het hart - de hartslag
Frequentie (soms, altijd, nooit...)
Frequentie = hoe vaak iets voorkomt
vb. Hoe vaak reis jij met de trein?- Altijd (100%)
- Meestal (80% - 90%)
- Soms (50%)
- Zelden (10% - 20%)
- Nooit (0%)
- Regelmatig = geregeld, met een vaste tijd ertussen, redelijk vaak vb. elke zondag
- Vaak = veel
De bevelende zin
Het bevel = het commando, de opdracht, de/het order
GA naar buiten!MAAK je boekentas!
NEEM je werkboek op pagina 78!
STOP daarmee!
SLA links af! (gps)
GA rechtdoor over de rotonde! (gps)
= STAM van het werkwoord
woensdag 8 oktober 2014
Woordenschat 1.2 (7/10)
Foto 1 |
- de (broeks)pijpen (foto 1)
- de (hals)ketting (foto 2)
Foto 2 |
- de mode
- de nachtmerrie (foto 3)
Foto 3 |
- de rijm
- beloven, de belofte (foto 4)
Foto 4 |
- het gedicht vb. van de dichter Paul van Ostaijen: Paul van Ostaijen - Boem Paukeslag
- het geheim = iets wat je niet mag doorvertellen
donderdag 2 oktober 2014
Woordenschat + herhaling 1.2
Foto 1 |
- roddels = privézaken over andere mensen vertellen , op een vervelende manier (die andere mensen zijn dan meestal afwezig), achterklap... (zie foto 1)
- de huidskleur vb. donkere huidskleur (zwart, bruin...) of blank
- de lichaamsbouw (zie foto 2)
- de haarband (zie foto 3)
Foto 2 |
Foto 3 |
- (de) krullen / krulletjes (zie foto 4)
Foto 4 |
- steil haar = plat haar (zie foto 5)
Foto 5 |
- (de) vlecht (zie foto 6) / vlechtjes
Foto 6 |
- (de) staartjes (zie foto 7)
Foto 7 |
- (het) kostuum = (het) pak (zie foto 8)
Foto 8 |
- (de) blazer:
PERFECTUM / IMPERFECTUM ???
Voor niveau 1.2: nog niet zo belangrijk!
Je kunt het wel al eens lezen.
Wél belangrijk: perfectum kunnen toepassen!
Je kunt het wel al eens lezen.
Wél belangrijk: perfectum kunnen toepassen!
PERFECTUM (O.V.T.)
|
IMPERFECTUM (V.T.T.)
|
vb.
Opa heeft gisteren naar zijn werk gefietst, anders gaat hij
altijd met de auto.
|
vb. Opa fietste vroeger elke dag naar zijn werk.
|
1 keer, kortere duur
|
een gewoonte, van
langere duur
|
Voor de experts:
·
Het perfectum duidt een incidenteel gebeuren aan; het imperfectum een werking van onbeperkte duur, een gewoonte, enz. Vergelijk:
'Vorig jaar heeft opa nog gefietst' (bijvoorbeeld op een bepaalde zondag) en
'Vorig jaar fietste opa nog' (= was hij nog in staat om te fietsen).
·
Het perfectum plaatst de werking in (een periode in) het verleden,
zonder die duidelijk aan
een moment te koppelen; het imperfectum doet dat laatste wel. Vergelijk: 'Al zijn broers hebben
de waterpokken gehad' (ooit, in het verleden) en 'Al zijn broers hadden de waterpokken' (bijvoorbeeld in het
najaar van 2003).
·
Het perfectum geeft aan dat het resultaat van de werking voortduurt tot het
spreekmoment en/of dat de situatie op het spreekmoment van belang is;
het imperfectum geeft
dit niet aan. Vergelijk: 'Het heeft vannacht geregend; de straat is nat' en
'Het regende vannacht; de straat is nat' (dit laatste is niet logisch).
·
Het perfectum vermeldt feiten, het imperfectum geeft een (verhalende) beschrijving. Bijvoorbeeld: 'Gisteravond
ben ik naar de bioscoop geweest. Er waren niet veel mensen. Het was erg warm in
de zaal. Ik heb twee ijsjes gegeten.'
Abonneren op:
Posts (Atom)