woensdag 28 januari 2015

Woordenschat 27/1 niveau 2.3

Afbeelding 1
  • touwtje springen / springtouwen (afbeelding 1)
  • rechten (waar je recht op hebt, wat je MAG)
  • plichten (wat je MOET doen)
  • rechtvaardig = correct, eerlijk, juist...
  • onrecht = geen rekening houden met de rechten, niet correct...
  • vijand <--> vriend
  • grijpen = vastnemen, pakken
  • provoceren (inf.) -> de provocatie (subst.) = uitdagen, een reactie uitlokken... ACTIE -> REACTIE
  • trots = fier vb. 'Zo fier als een pauw' (uitdrukking)
  • Interpreteren (inf.) - (de) interpretatie (subst.) -> opvatting, hoe jij iets opvat/begrijpt vb. Je vindt dat iemand heel boos kijkt en iemand anders vindt dat niet waar. Maar je kijkt wel naar dezelfde persoon. = eigen uitleg
    vb.2 Interpretatie van de Bijbel, de Koran...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten